Ik zal stil naar je luisteren….

IMET methode als behandelvorm bij eet-, angst- en dwangstoornissen


door Annie Bakker

Bron: Ik zal stil naar je luisteren

Auteur: Rob Zondag, hypnotherapeut en ontwikkelaar van de IMET-behandeling.

Deel II: Het ontstaan van klachten

Een kind wordt geboren met een eigen belevingssysteem en met eigen vermogens. De vermogens zijn vanaf de geboorte latent (= niet zichtbaar en nog niet ontwikkeld) aanwezig. Wanneer het kind ouder wordt verandert de latentheid van de vermogens in (onbewuste) behoeften om deze te gaan ontwikkelen.
De omgeving voedt het kind met wat de samenleving belangrijk vindt. Alle andere vermogens bij het kind worden daardoor ondervoed. We noemen dit gewaardeerde en niet gewaardeerde vermogens.

Wanneer de opvoeders niet kunnen afstemmen op het belevingssysteem van het kind ontstaat er een communicatiestoornis. Het kind stelt vragen die door de omgeving niet begrepen, verkeerd geïnterpreteerd of in generalisaties beantwoord worden. Het kind krijgt steeds de bevestiging dat het niet begrepen wordt. Daarop leert het zijn/haar vragen aan te passen en te zwijgen over die dingen die steeds verkeerd beantwoord worden of die afgewezen worden.
Het kind ervaart zijn/haar eigen verlangens als hinderlijk, want het wordt er steeds op afgerekend of in gecorrigeerd. Het past zich voortdurend aan en verliest daarmee zijn/haar innerlijke zekerheden. In dit proces ontstaat de verloochening van de aangeboren identiteit.

Aan de ene kant wordt het kind erkend en gestimuleerd, aan de andere kant wordt het ontkend en gefrustreerd. Dit leidt enerzijds tot erkenning en compensaties: het kind gaat presteren, gehoorzamen en voldoen aan de verwachtingen van anderen. Aan de andere kant ontstaan verwarring en compensaties: het kind gaat zich dissociëren en ontwikkelt rituelen. De compensaties versterken elkaar. De verwarring wordt groter en het zelfbeeld raakt vertekend.

De geestelijke pijn die ontstaat uit de verloochening van zichzelf wordt weggedrukt, ontkend en verdoofd. De symptomen ontwikkelen zich en worden voor de omgeving steeds zichtbaarder. Ook de persoon ontdekt dat er iets niet bij hem/haar klopt. Hij/zij wordt angstig voor veranderingen en blijft vaak vast zitten in dwangmatige rituelen of in eens gemaakte afspraken met zichzelf of met anderen.

De persoon en het overlevingsmechanisme

Het overlevingsmechanisme treedt in werking en schakelt het eigen levensbesef en de belevingen uit. Het kind vervreemdt van zichzelf en van de werkelijkheid. De eerste ontkenningen vinden plaats. Er is geen ‘hier en nu’ en daarmee is er geen tijd en geen eigen bestaan. De overleving richt zich op het aanpassen aan de omgeving en samenleving.
Mensen worden door de buitenwereld beoordeeld op hun gedrag, vooral op hun maatschappelijk gewenste gedrag. De meeste mensen zijn zich daarvan bewust en identificeren zichzelf ook met hun gedrag. Daaruit is het gevoel ontstaan dat persoon en gedrag één zijn.

Doordat de eigen ontwikkeling verstoord is, kunnen de logische oorspronkelijke wensen, verlangens, emoties en doelen ook vervangen worden door oneigenlijke plaatsvervangende.
Zo kunnen doelen zich verplaatsen van wezenlijke onderwerpen over geluk, waardering, respect etc. naar lichaamsvormen, gewicht, bezit, macht, dienstbaarheid, presteren, perfectie, zich door snijden willen voelen, enz.

Een eetstoornis is een specifieke angst-dwangstoornis die zich ontwikkeld heeft tot een obsessief compulsieve stoornis (obsessieve gedachten en dwangmatig gedrag).

Personen met een eetstoornis hebben meestal meerdere stoornissen, zoals angst en dwang.
Dwang of compulsie betekent dat iemand gedrag vertoont tegen zijn of haar wil in. Een dwang of compulsie verschilt van een obsessie, waarbij de nadruk ligt op gedachten en gevoelens en niet zozeer op gedrag.
Obsessieve compulsieve stoornis is een veel voorkomende combinatie. De obsessie dekt een angst af door er dwangmatig aan toe te geven. De meeste dwangstoornissen hebben ook een obsessieve veroorzaker.

Eetstoornissen hebben twee kenmerken. De belangrijkste ligt in het denken over zichzelf, de samenleving en het eigen lichaam. De tweede ligt in het bizarre eetgedrag.
Personen met een eetstoornis komen onoprecht over, omdat ze steeds onwaarheden moeten vertellen om hun eetgedrag en spuug/laxeergedrag te verstoppen. In een ernstig stadium kunnen ze steeds manipulatiever, dominanter en agressiever worden. Uiteindelijk zijn zij in staat om het hele gezin te terroriseren.

Anorexia kenmerkt zich door de obsessie steeds minder te moeten wegen, gebaseerd op een fundamenteel verkeerde opdracht. In de meeste gevallen ging het om het willen verliezen van een klein beetje gewicht. Vaak ook vanuit een competitie met anderen die het slankheidsideaal nastreven. Ze hebben het voortdurend over afvallen, in plaats van een duidelijk streefgewicht na te streven. Het brein reageert daar heel nauwkeurig op. De opdracht is doorlopend te moeten afvallen.
Dit competitieve gedrag ontstaat uit een vervangend doel. Hun werkelijke doelen zijn ze door verlies van eigenheid kwijt geraakt. Het lichaam is het enige dat ze nog onder eigen controle kunnen houden.
Een anorexia patiënt heeft innerlijke rust als het zijn/haar eigen gang kan gaan. De onrust begint pas als de buitenwereld zich met zijn/haar levensstijl gaat bemoeien. De buitenwereld wordt de vijand. 

Het karakter van de Dictator

Vanaf het ontstaan van een kind zorgt het regelmechanisme in het brein ervoor dat de beste “keuzes” worden gemaakt om de persoon te laten overleven en zelfs meer: te laten veroveren (erkend worden/laten zien waartoe ze in staat zijn). Stap voor stap ontwikkelen zich patronen in het kind. Gedachten en gevoelens ontwikkelen zich aan de hand van hun ervaringen. Als het systeem van het kind kansen waarneemt, zal het proberen deze kansen te grijpen; als het gevaar ziet, zal het reacties geven tot vechten of vluchten.
Vluchten betekent hier je veilig stellen. Vluchten betekent inleveren: iets kwijt raken. Daarop reageert het systeem met het vinden van compensaties. Elk kind heeft een programma in zich dat afgestemd is om te veroveren. Wanneer het systeem ziet dat vluchten veiliger is, komt het in conflict met het veroveringsprogramma. Het verlies dat vluchten met zich meebrengt, moet gecompenseerd worden met wat de persoon in zijn terugtrekkende beweging toch nog kan veroveren.
In de praktijk blijkt het bij die veroveringen te gaan om prestaties, perfectie, meegaandheid, anderen belangrijker maken en jezelf wegcijferen. Het systeem verzamelt allerlei compensaties en overtuigingen die de suggestie van veroveren moeten opleveren.
De strijd tussen het gezonde en het irreële denken van de persoon neemt toe. De gedachten en belevingen concentreren zich steeds meer in beperkingen. Zo ontstaan de obsessieve gedachten en gedragingen.

Onderdeel van dit proces is de ontwikkeling van een innerlijke leider, die de eigen sturing van de persoon overneemt. Het wordt een autoriteit die eerst drammerig is, maar door het verloop van dit proces steeds dwingender wordt. En dwingen kan je alleen als je sancties hebt.

Het systeem wordt vanuit het conflict tussen de aangeboren vermogens van het kind en de wensen en acceptaties van de samenleving, gedwongen om het kind steeds meer te adviseren zich te conformeren aan de eisen van de samenleving. Daarvoor ontwikkelde het zich tot een autoriteit waar tegen het kind geen weerstand had.
Wanneer het kind ouder wordt, ontwikkelt het innerlijke autoritaire systeem zich tot een machthebber met dictatoriale kenmerken. Normen, waarden en criteria krijgen een dreigende achtergrond, waarin de persoon steeds meer sancties ervaart. Deze beginnen met zelfbestraffingen en kunnen uiteindelijk ontaarden in zelfvernietigende opdrachten. We spreken dan van de Innerlijke Terrorist of de Innerlijke Negativist.

Adviseur->Autoriteit -> Dictator -> Terrorist

Hoe nu verder?
In het eerste blog (13 februari 2015) heb ik al geschreven dat eetstoornissen voor de omgeving van iemand die daaraan lijdt vaak heel moeilijk te begrijpen zijn. In dit tweede blog heb ik je meegenomen in het complexe systeem wat in een persoon met een eetstoornis speelt.
Ik hoop dat dit helpt om deze mensen die hier onder lijden een beetje beter te kunnen begrijpen.
Het probleem van de stoornis is niet zo simpel op te lossen. In het derde en laatste blog ga ik in op de cliëntgerichte behandelmethode van IMET.